Hoe merk je dat je ouder wordt? Wanneer mensen je vragen wat je voor je verjaardag wilt hebben en je echt niets kunt bedenken. Uit beleefdheid vraag je ze om praktische dingen als een stofzuiger of een boormachine, waarvoor ze het geld op wonderbaarlijke wijze bij elkaar weten te sprokkelen. Je bedankt ze, bent oprecht verrast. Je schotelt ze hapjes voor en trekt de goede wijnen open.
Tot ik een jaar of dertien was, kochten mijn ouders voor elk van ons een schriftje van dik, glanzend papier. Mijn broertje en ik vochten vervolgens twee keer per jaar om de grote catalogussen van Intertoys en Bart Smit, die rond december en juli op de mat ploften. We knipten geconcentreerd de dingen uit die we wilden hebben, plakten de knipsels in ons eigen schriftje, waar we met grote, schreeuwerige letters, onze namen opschreven.
Vlak voor onze verjaardagen overhandigden we de schriftjes. En elk jaar gaven we onze ouders een stille hint. Uit de reclamefolder van de dierenwinkel knipten we steeds een kat uit, die een prominente plaats in het schriftje kreeg. We schreven er een opsomming aan beloften naast. Ik herinner mij het springtouw van de Wibra, de super soaker van de Euroshop. Over een ding waren mijn broertje en ik het eens. Tevreden zijn is niet moeilijk.
Een week voordat ik zevenentwintig zou worden kwam mijn vader met de eerder genoemde stofzuiger aanzetten. Met glanzende ogen keek hij hoe ik het grote pakket van bol.com uitpakte. ,,Het is het nieuwste van het nieuwste en maakt bijna geen geluid. Ben je er blij mee?” ,,Heel erg! Ik ga hem vanavond gelijk testen.” Ik schotelde hem vlug een kwarkgebakje met extra slagroom voor.
Een dag later stond mijn man voor mij. Werkschoenen aan, handen in zijn zij, een zwarte veeg op zijn linkerwang. ,,Wat wil je van mij hebben?” Ik trok mijn wenkbrauwen op. ,,Doe niet zo raar. Ik hoef niets, ik heb alles al!”
Mannen, hier zal ik kort een bekentenis optekenen. Dit is dus zo’n typisch vrouwending. Een aandoening, zou je kunnen zeggen. In eerste instantie wekken we de indruk er weinig om te geven, – we willen niet geconfronteerd worden met onze leeftijd -, tegelijkertijd zijn we intens beledigd wanneer je onze verjaardag vergeet, – je zult het dan tot in den treuren moeten ontgelden –. Wanneer we dus zeggen dat we niets willen, bedoelen we eigenlijk gewoon dat we verrast willen worden.
Twee dagen later stond mijn man opnieuw voor mij. Er stond een kartonnen doos op tafel, de flappen dichtgevouwen. Onzeker haalde ik een voor een de flappen los. In de doos bewoog iets. Met open mond staarde ik het harige wezentje aan, begon toen verrukt op en neer te springen.
Mijn man tilde de kat voorzichtig uit zijn tijdelijke onderkomen, drukte het dier in mijn armen. Het beest begon gelijk te spinnen. Een rilling trok door mijn lijf.
Ik hoef de dingen niet langer uit te knippen.